venga

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
vengar

venga

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vengar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vengar
vervoeging van
venir

venga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van venir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van venir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van venir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.