verbad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·bad

Werkwoord

vervoeging van
verbidden

verbad

  1. enkelvoud verleden tijd van verbidden
    • Ik verbad. 
    • Jij verbad. 
    • Hij, zij, het verbad. 
    • Waar vindt woon die tweemaal dierf het liefste? Verbad zijn stem de dood, zijn tranen deze machten?[1] 

Verwijzingen

  1. Orpheus en Eurydice.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.