verboeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verboeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·boe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van boer met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

verboeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verboeren
verboerde
verboerd
zwak -d volledig
  1. verspillen, verbrassen van loon of geld
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord verboeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.