vergader

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergader    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ga·der

Werkwoord

vervoeging van
vergaderen

vergader

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergaderen
    • Ik vergader. 
  2. gebiedende wijs van vergaderen
    • Vergader! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergaderen
    • Vergader je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vergader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.