vergaderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergaderen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈɣɑdərə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈχa.də.rə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɣa.də.rə(n)/
    • (Limburg): /vɛr.ˈɣa.də.rə(n)/
Woordafbreking
  • ver·ga·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het verouderde werkwoord gaderen met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vergaderen
vergaderde
vergaderd
zwak -d volledig

Werkwoord

vergaderen

  1. inergatief in vergadering bijeenkomen, een vergadering bijwonen
    • We moeten nog een tijdstip afspreken om volgende week te vergaderen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vergaderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.