vergankelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergankelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈɣɑŋkələk/
Woordafbreking
  • ver·gan·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • van Middelnederlands vergankelijc; op te vatten als afgeleid van vergang met het achtervoegsel -elijk, hierbij wordt voor het achtervoegsel een k hoorbaar doordat de ng-klank ooit is voortgekomen uit IPA /ŋɡ/ [1][2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vergankelijkvergankelijkervergankelijkst
verbogen vergankelijkevergankelijkerevergankelijkste
partitief vergankelijksvergankelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

vergankelijk

  1. niet blijvend, onderhevig aan verval
    • Hun werk is vluchtig, vergankelijk, niets meer dan een momentopname. [4]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vergankelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.