verhuist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verhuist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·huist

Werkwoord

vervoeging van
verhuizen

verhuist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhuizen
    • Jij verhuist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhuizen
    • Hij verhuist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verhuizen
    • Verhuist! 

Gangbaarheid

  • Het woord verhuist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.