verkneukelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkneukelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·kneu·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(zich...) zich stiekem verheugen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1812 [1]
  • afgeleid van kneukelen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkneukelen
verkneukelde
verkneukeld
zwak -d volledig

Werkwoord

verkneukelen

  1. stilletjes in je vuistje lachen, vaak uit leedvermaak
    • Hij verkneukelde zich al om de verbazing die zijn komst zou veroorzaken. 

Gangbaarheid

  • Het woord verkneukelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.