verkoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkoel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·koel

Werkwoord

vervoeging van
verkoelen

verkoel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkoelen
    • Ik verkoel. 
  2. gebiedende wijs van verkoelen
    • Verkoel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkoelen
    • Verkoel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verkoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.