verkoelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkoelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·koe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkoelen
verkoelde
verkoeld
zwak -d volledig

Werkwoord

verkoelen [1]

  1. onovergankelijk minder hartelijk worden
  2. overgankelijk koel, koud, koeler maken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verkoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.