verliezend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verliezend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·lie·zend
Werkwoord
| vervoeging van: | verliezen |
| verbogen vorm: | verliezende |
verliezend
- onvoltooid deelwoord van verliezen
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | verliezend |
| verbogen | verliezende |
| partitief | verliezends |
Bijvoeglijk naamwoord
verliezend
- een nederlaag lijdend
- De spelers van het verliezende PEC Zwolle kregen de laagste cijfers. Pelle Clement en Mike van Duinen kregen beiden een vier voor hun matige optreden tegen Willem II. [1]
- ,,In een derby zo ruim verliezen is niet prettig, ook niet als het nergens meer om gaat. Toch zijn we niet van de mat gespeeld, ondanks de uitslag”, aldus de verliezende trainer Hilbert van Gils. [2]
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord verliezend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 14-04-19 De oude en nieuwe topspits van de eredivisie, maar één voldoende bij PEC
- ↑ Tubantia Peter Eidhof 11-05-19 Avanti laat niets heel van Sportlust Glanerbrug: 1-7
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.