verlinken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verlinken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·lin·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘Bargoens: verraden’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • afgeleid van link met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verlinken
verlinkte
verlinkt
zwak -t volledig

Werkwoord

verlinken

  1. overgankelijk aan de autoriteiten verraden
    • Ze waren duidelijk verlinkt, maar door wie? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord verlinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.