vermeerder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vermeerder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • verĀ·meerĀ·der

Werkwoord

vervoeging van
vermeerderen

vermeerder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermeerderen
    • Ik vermeerder. 
  2. gebiedende wijs van vermeerderen
    • Vermeerder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermeerderen
    • Vermeerder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vermeerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.