versleep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  versleep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·sleep

Werkwoord

vervoeging van
verslepen

versleep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslepen
    • Ik versleep. 
  2. gebiedende wijs van verslepen
    • Versleep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslepen
    • Versleep je? 

Werkwoord

vervoeging van
verslijpen

versleep

  1. enkelvoud verleden tijd van verslijpen
    • Ik versleep. 
    • Jij versleep. 
    • Hij, zij, het versleep. 

Gangbaarheid

  • Het woord versleep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.