verwar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verwar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·war

Werkwoord

vervoeging van
verwarren

verwar

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwarren
    • Ik verwar. 
  2. gebiedende wijs van verwarren
    • Verwar! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwarren
    • Verwar je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verwar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.