verwaten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verwaten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·wa·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘trots’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1679 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verwaten | verwatener | verwatenst |
verbogen | verwatenste | ||
partitief | verwatens | verwateners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verwaten
- (verouderd) verdoemd, vervloekt, verbannen
- Diversche ketteren voortyden verdomt ende verwaten.
- (verouderd) laatdunkend
- hautain, arrogant
Opmerkingen
- De moderne betekenis is sinds de tweede helft 18e eeuw bekend en mogelijk ontstaan naar analogie van verwaand.
Gangbaarheid
- Het woord verwaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwaten" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "verwaten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Bijvoeglijk naamwoord
verwaten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.