verzoendagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzoendagen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈzundɑɣə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·zoen·da·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deverzoendagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verzoendag
     De prijs van het werkstuk zal wel langer geheim blijven dan de inhoud. Maar die is al aanfluiting genoeg, zeker als men weet dat dit nu het stuk is waar de omroepbazen hun grote verzoendagen (11 en 12 januari) op moeten baseren.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord verzoendagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marc Chavannes
    “Kronkiek : Hoera Hilversum (3)” (22 december 1990) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.