verzwinje

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /vɐˈzwɪɲɐ/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
  • Komt uit het Germaans (vgl. het Duitse verschwinden).
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzwinje
verzwónj
verzwónje
klasse 3 volledig

Werkwoord

verzwinje

  1. verdwijnen, weggaan
  2. bestrijden, verdelgen, uitroeien
  3. vernietigen, verwoesten
  4. afbreken, demoleren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.