vezelde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vezelde af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ve·zel·de af

Werkwoord

vervoeging van
afvezelen

vezelde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afvezelen
    • Ik vezelde af. 
    • Jij vezelde af. 
    • Hij, zij, het vezelde af. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.