vierpersoons

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vierpersoons    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vier·per·soons
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen vierpersoons
verbogen vierpersoons

Bijvoeglijk naamwoord

vierpersoons

  1. bedoeld voor vier personen
    • We hebben een vierpersoons vakantiewoning aangeboden zien. 
  2. bestaande uit vier personen
Afgeleide begrippen
  • [1] vierpersoonskamer
  • [2] vierpersoonshuishouden
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vierpersoons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.