villa-eigenaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  villa-eigenaren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvilaˌɛiɣəˌnarə(n)/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vil·la-ei·ge·na·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

devilla-eigenarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord villa-eigenaar
     Sommige villa-eigenaren krijgen er buikpijn van. Eindelijk vinden ze een koper voor hun dure, oude woning. Dan verschijnt de sloper. Het pand gaat tegen de vlakte en na een tijd verrijst er een kolossale, kapitale woning waar de voorganger een paar keer in past.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'villa-eigenaren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Patrick Wiercx
    “Villa's Waalre tegen de vlakte” (4 augustus 2017) op ed.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.