vindbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vindbaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɪndbar/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vind·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vindbaarvindbaardervindbaarst
verbogen vindbarevindbaarderevindbaarste
partitief vindbaarsvindbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

vindbaar

  1. (mogelijk) op te zoeken, aan te treffen
    • En weer op zoek gaan naar het tweede exemplaar, mocht het al vindbaar zijn. [2]
  2. snel op te zoeken, goed herkenbaar
    • De weldoordachte typografie maakt, ondanks de lichte handicap van het gebruikte bekortingssysteem, alle informatie uitstekend vindbaar. [3]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • vindbaarheid

Gangbaarheid

  • Het woord vindbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.