violeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  violeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·o·leert

Werkwoord

vervoeging van
violeren

violeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van violeren
    • Jij violeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van violeren
    • Hij violeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van violeren
    • Violeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord violeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.