violeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  violeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·o·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
violeren
violeerde
gevioleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

violeren [3]

  1. overgankelijk schenden, verkrachten
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord violeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.