visen

Deens

Woordafbreking
  • vi·sen

Zelfstandig naamwoord

visen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van vise
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.