visten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: visten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vis·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vissen |
visten
- meervoud verleden tijd van vissen
- Wij visten.
- Jullie visten.
- Zij visten.
- Wij visten.
Gangbaarheid
- Het woord visten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vestir |
visten
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vestir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.