viváis
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vivar |
viváis
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar
vervoeging van |
---|
vivir |
viváis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.