vivre

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  vivre    (hulp, bestand)
  • IPA: /vivʁ/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vivre
vivais
vécu
derde groep volledig

Werkwoord

vivre

  1. onovergankelijk leven
  2. overgankelijk beleven, doorleven
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.