vliegerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vliegerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlie·ger·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vliegeren |
vliegerde
- enkelvoud verleden tijd van vliegeren
- Ik vliegerde.
- Jij vliegerde.
- Hij, zij, het vliegerde.
- Ik vliegerde.
Gangbaarheid
- Het woord vliegerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.