vloekte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vloekte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vloek·te

Werkwoord

vervoeging van
vloeken

vloekte

  1. enkelvoud verleden tijd van vloeken
    • Ik vloekte. 
    • Jij vloekte. 
    • Hij, zij, het vloekte. 
     Ze begon wild in haar rugzak te zoeken, vloekte vervolgens keihard en ging boos op de grond zitten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord vloekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.