vloerplanken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vloerplanken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vloer·plan·ken

Zelfstandig naamwoord

devloerplankenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vloerplank
     De onbewerkte vloerplanken in zijn zolderkamer met uitzicht op de rivier waren zorgvuldig geboend met groene zeep.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord vloerplanken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.