vollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘wol bewerken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1276 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vollen
volde
gevold
zwak -d volledig

Werkwoord

vollen

  1. overgankelijk het maken van vilt door langdurig de wol te slaan
    • De wol werd gevold en geruwd aan beide zijden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
25 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.