volloop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volloop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·loop

Werkwoord

vervoeging van
vollopen

volloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollopen
    • ... dat ik volloop. 

Gangbaarheid

  • Het woord volloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.