volloopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volloopt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·loopt

Werkwoord

vervoeging van
vollopen

volloopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollopen
    • ... dat jij volloopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollopen
    • ... dat hij volloopt. 

Gangbaarheid

  • Het woord volloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.