voorkomende

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  vóórkomende    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈvorkoməndə / (4 lettergrepen); /'vɔːr.ko.mən.də/
• Geluid:  voorkómende    (hulp, bestand)
  • IPA: / vorˈkoməndə / (4 lettergrepen); /vɔːr.'ko.mən.də/

Woordafbreking

• voor·ko·men·de

Woordherkomst en -opbouw

• voorkomend met de uitgang -e

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord}

Werkwoord

vóórkomende

1. verbogen vorm van voorkomend, het onvoltooid deelwoord van vóórkomen

   • Het was een saai spel omdat een eenmaal voorkomende ploeg op den duur bijna altijd won. 
   • De sperwer en de buizerd zijn in Nederland voorkomende roofvogels. 

Bijvoeglijk naamwoord

vóórkomende

1. verbogen vorm van de stellende trap van voorkomend, met de klemtoon op "voor-"

   • Hij heeft alle voorkomende problemen op een rij gezet. 

Werkwoord

voorkómende

1. verbogen vorm van voorkomend, het onvoltooid deelwoord van voorkómen
2. bijwoordelijk gebruikt

   • Hij rukte het kind van de rails, zo een ernstig ongeluk voorkomend. 

Bijvoeglijk naamwoord

voorkómende

1. verbogen vorm van de stellende trap van voorkomend, met de klemtoon op "-kom-"

   • De klant was tevreden over de voorkomende manier waarop zij werd ontvangen. 

Gangbaarheid

• Het woord voorkomende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.