voorlig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorlig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvorlɪx/
Woordafbreking
  • voor·lig
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorliggen

voorlig

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen
    • ... dat ik voorlig. 

Gangbaarheid

  • Het woord voorlig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.