voorpraten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorpraten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·pra·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

voorpraten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorpraten
praatte voor
voorgepraat
zwak -t volledig
  1. iemand iets vertellen wat hij klakkeloos, zonder nadenken moet geloven en navertellen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord voorpraten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.