voortdurend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voortdurend    (hulp, bestand)
  • IPA: /vorˈdyrənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voort·du·rend
stellend
onverbogen voortdurend
verbogen voortdurende
partitief voortdurends

Bijvoeglijk naamwoord

voortdurend

  1. langdurig en ononderbroken
    • Er kwam een voortdurende informatiestroom binnen. 
     In de huisjes aan de rivieroever werd zoals je had kunnen verwachten geklaagd over het voortdurende lawaai.[1]

Bijwoord

voortdurend

  1. langdurig en ononderbroken
     Ik lette goed op veranderingen in mijn omgeving en ik keek voortdurend naar de wolkenpatronen en -trekrichting.[2]

Werkwoord

vervoeging van: voortduren
verbogen vorm: voortdurende

voortdurend

  1. onvoltooid deelwoord van voortduren

Gangbaarheid

  • Het woord voortdurend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.