voorzaten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorzaten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·za·ten

Werkwoord

vervoeging van
voorzitten

voorzaten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorzitten
    • ...dat wij voorzaten. 
    • ...dat jullie voorzaten. 
    • ...dat zij voorzaten. 

Zelfstandig naamwoord

devoorzatenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord voorzaat

Gangbaarheid

  • Het woord voorzaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.