vroom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vroom    (hulp, bestand)
  • IPA: /vrom/
Woordafbreking
  • vroom
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vroomvromervroomst
verbogen vromevromerevroomste
partitief vroomsvromers-

Bijvoeglijk naamwoord

vroom

  1. (religie) godsdienstig in opvatting en manier van leven
     De tweede werd geboren in de zesde eeuw. Eigenlijk was hij een zeer eenvoudige monnik, die later abt werd van het klooster in Myra. Een bijzonder vrome man, die door zijn gebed de mensen kon genezen. Hij overleed op 10 december van het jaar 564.[4]
     Heiligen zijn gewone mensen die een vroom en voorbeeldig leven hebben geleid. Als ze door de Kerk heilig zijn verklaard, bevinden ze zich dicht bij God en kunnen een goed woordje bij Hem doen. Gelovige katholieken bidden op hun voorspraak en hopen dat door die tussenkomst hun gebed wordt verhoord.[5]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.