vroor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vroor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vroor

Werkwoord

vervoeging van
vriezen

vroor

  1. onpersoonlijke verleden tijd van vriezen
vervoeging van
vriezen

vroor

  1. enkelvoud verleden tijd van vriezen
    • Ik vroor. 
    • Jij vroor. 
    • Hij, zij, het vroor. 

Gangbaarheid

  • Het woord vroor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.