waait

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waait    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋaɪt/
Woordafbreking
  • waait

Werkwoord

vervoeging van
waaien

waait

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van waaien
vervoeging van
waaien

waait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waaien
    • Jij waait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waaien
    • Hij waait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waaien
    • Waait! 
     De noordroute is ook prima te doen in de hete zomermaanden omdat er altijd een frisse zeewind waait.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord waait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.