wachtten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wachtten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wacht·ten

Werkwoord

vervoeging van
wachten

wachtten

  1. meervoud verleden tijd van wachten
    • Wij wachtten. 
    • Jullie wachtten. 
    • Zij wachtten. 
     Bij elke splitsing wachtten we op de achterhoede.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord wachtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.