walks

Engels

Uitspraak
  • IPA: /wɔːks/
Woordafbreking
  • walks

Werkwoord

walks

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) walk

Zelfstandig naamwoord

walks mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord walk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.