wandelden af

Uitspraak

• Geluid:  wandelden af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wan·del·den af

Woordherkomst en -opbouw

uit wandelden (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

wandelden (...) af

1. meervoud verleden tijd van afwandelen
   

   • Wij wandelden af. 
     
   • Jullie wandelden af. 
     
   • Zij wandelden af. 

Gangbaarheid

• Het woord wandelden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.