wandern
Duits
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wandern |
wanderte |
gewandert |
zwak | volledig | met "haben" |
Uitspraak
- Geluid: wandern (hulp, bestand)
wandern
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.