wantrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wantrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wan·trouw

Werkwoord

vervoeging van
wantrouwen

wantrouw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wantrouwen
    • Ik wantrouw. 
  2. gebiedende wijs van wantrouwen
    • Wantrouw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wantrouwen
    • Wantrouw je? 

Gangbaarheid

  • Het woord wantrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.