wasje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wasje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • was·je

Zelfstandig naamwoord

hetwasjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord was

Gangbaarheid

  • Het woord wasje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈwɑʃɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wasje
weesj
gewasje
klasse 7 volledig

Werkwoord

wasje

  1. wassen
  2. opgroeien
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.