websurfte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  websurfte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • web·surf·te

Werkwoord

vervoeging van
websurfen

websurfte

  1. enkelvoud verleden tijd van websurfen
    • Ik websurfte. 
    • Jij websurfte. 
    • Hij, zij, het websurfte. 

Gangbaarheid

  • Het woord websurfte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.