week af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  week af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • week af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afwijken

week af

  1. enkelvoud verleden tijd van afwijken
    • Ik week af. 
    • Jij week af. 
    • Hij, zij, het week af. 
vervoeging van
afweken

week af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweken
    • Ik week af. 
  2. gebiedende wijs van afweken
    • Week af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweken
    • Week je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord week af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.